Matthias Reim:
Dat ik jou vannacht hier aantref heb ik ergens wel gepland.
Alleen die vent naast jou zijde was door mij niet herkend.
Nu begrijp ik dat jij zeker niet meer van mij hebt gedroomd.
De kamer in jou harten waar ik leefde is geruimd.
Heb mij vele plannen bedacht voor als we nog samen waren
En mijn trein in jou station die is zeker weggereden.
Nu wil ik heel graag van jou weten of datgene nog te redden is, wat ik eenmaal zo verkloot heb.
En of jij nog van mij houd?
Michelle:
Ik voel altijd nog hetzelfde,
nog precies zo, jij idioot!
Maar jij hebt mij ook al eerder niet begrepen, jij idioot!
Ik kan jou nu nog daarvoor sla-an.
Wijl jij het gewoon niet snapt.
Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voor je begrijpt,
dat jij mij niet verliest!
Matthias Reim :
Geen vragen, ik ben buiten, heb mij ijskoud afgezonderd.
Niet een kus, niet een lach, heb ik dan niet bestaan?
Was het niet die grote liefde die ons uit de handen glijd?
Maakt niet uit hoe lang het hier is, neemt het jou geen stuk meer mee?
Ben jij niet helemaal in tweeën gedeeld zoals mij?
Het ene wil jou compleet vergeten,
maar het andere wil dat niet.
Spreek met sommige totale vreemden, maar niet een woord met mij.
Tel ik voor jou überhaupt nog?
Dat wil ik graag van jou weten!
Michelle:
Ik voel altijd nog hetzelfde,
nog precies zo, jij idioot!
Maar jij hebt mij ook al eerder niet begrepen, jij idioot!
Ik kan jou nu nog daarvoor sla-an.
Wijl jij het gewoon niet snapt.
Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voor je begrijpt,
dat jij mij niet verliest!
Matthias Reim:
Hoe kon ik nou zo stom zijn zo iets groots te verliezen?
Hoe kon ik nou zo stom zijn!
Michelle:
Ik voel altijd nog hetzelfde,
nog precies zo, jij idioot!
Maar jij hebt mij ook al eerder niet begrepen, jij idioot!
Ik kan jou nu nog daarvoor sla-an.
Wijl jij het gewoon niet snapt.
Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voor je begrijpt,
dat jij mij niet verliest!
En werk'lijk niet verliest!