De herfstwolken breken door
De pikzwarte nacht komt aangeslopen
De bliksem slaat in, het begint te regenen
Een storm die mijn ziel uiteen rukt
Ik draai en woel in bed
Mijn gedachten tuimelen rond in m’n hoofd
De duisternis nadert, spoedig zal ik dood zijn
Ik verlies alle gezag
Ik beken dat ik m’n leven spendeerde aan
Het dwaas najagen naar goud en rijkdom
Nu rest mij slechts spijt
Te laat om mijn doen-en-laten te veranderen
Het lijkt wel of m’n leven is vergleden
Ik laat geen prijzenswaardig legaat na
Ik heb niets meer te zeggen
Ik heb mijn leven verspild
Wanneer!
Mijn tijd gekomen is om te gaan
Wanneer!
Oordeel over mijn leven wordt geveld
Wanneer!
Mij een koud donker graf wacht
Zal!
Mijn naam eindeloos voortleven?
Wanneer!
Mijn tijd gekomen is om te gaan
Wanneer!
Oordeel over mijn leven wordt geveld
Wanneer!
Mij een koud donker graf wacht
Zal!
Mijn naam eindeloos voortleven?
Ik sterf dus
Maar ik zal niet betreurd worden
Ik wou dat ik, gebroken en eenzaam,
Nooit geboren was
Ik sterf dus en zal niet gemist worden
Er zal geen runesteen worden opgericht
Terwijl mijn lichaam wegrot
Sterf!
Alle vrienden en vee vergaan
Sterf!
De dood komt voor iedereen
Sterf!
Maar ik weet dat een ding nooit vergaat
Vonnis!
Het oordeel uitgesproken over de doden
Nu!
Is voor mij de tijd aangebroken
Nu!
Wanneer ’t oordeel over mijn leven is uitgesproken
Nu!
Nu rust ik in mijn donker graf
Zal!
Men mijn naam met respect uitspreken?
Ik heb mijn leven verspild
Er zal geen runesteen worden opgericht
Ik sterf dus en zal niet betreurd worden
Ik wou dat ik nooit geboren was
Ik rust hier in mijn ondiep graf
Terwijl mijn lichaam wegrot.