Er was eens een trol, overal hooggeacht
Hij was vriendelijk en lief en z'n fungus streelzacht
De ballade van de Flemmingrad
Geen trolman of trolvrouw die hem niet aanbad
Ze gaven 'm moscake en bosbesbonbons
Hij smulde ervan en werd rond als een ton
Hij werd een reus, die Flemmingrad
En heeft nooit of nimmer nog honger gehad
Ze zagen 'm graag rollen, rollen, rollen
Ja lachend ging hij rollen, rollen
Maar toen kwam de mens op een winterdag aan
Daarom zijn de trollen aan 't rollen gegaan
Maar onze reus, die Flemmingrad
Zat klem tussen rotsen op het smalle pad
De mensen die hebben hun zwaard omgesjord
En Flemmi verdween voor altijd in de fjord
De ballade van de Flemmingrad
Wij hebben hier heel veel verdriet om gehad
(Weg, maar niet vergeten)
Want Flemmi kon niet rollen, rollen, rollen
O, Flemmi, ga nu rollen, rollen
(En daarom hebben wij deze traditie)
Diep in december zijn wij altesaam
Om hem te gedenken, zijn roem en zijn faam
Zo'n vriend heb ik nooit meer gehad
Die vrolijke trol genaamd Flemmingrad
We denken weer terug aan hoe het vroeger was
We stoppen zijn neusgaten propvol met gras
En dan kneden wij met stronk en blad
Het evenbeeld van Flemmingrad
We maken hem dan rond en vol
O Flemmi, de veugestrol