Je zegt bij een kop koffie dat je niet van me houdt,
en ik moet gewoon de blik afwenden
Onmetellijke afstanden tussen ons,
Planeten die in 't stof te pletter slaan,
laat ik gewoon vervagen
Ik loop door verlaten straten in de hoop dat we elkaar ontmoeten / Ik zie jouw auto in de straat geparkeerd staan
Jouw raam is verlicht
Ik weet zeker dat jij thuis bent
maar ik moet gewoon doorlopen
Neen! natuurlijk kunnen wij geen vrienden zijn,
niet zolang ik nog geobsedeerd ben
Ik geloof dat ik altijd geweten heb hoe ik er voor stond:
op deze manier eindigt ons verhaal.
Ik rook jouw merk sigaretten / en bid dat jij mij misschien opbelt / Ik lig de hele dag op bed gewoon naar de muren te staren, / en hang 's avonds rond in bars, wensend dat ik nooit geboren was / En ik geef mezelf aan een ieder die mij thuis wil brengen
Neen! natuurlijk kunnen wij geen vrienden zijn,
niet zolang ik nog geobsedeerd ben
Ik geloof dat ik altijd geweten heb hoe ik er voor stond:
op deze manier eindigt ons verhaal.
Je hebt wat kleren achtergelaten / M'n buik maakt een duikeling wanneer ik ze van de vloer oppik / Al mijn vrienden zeggen dat ze bezorgd zijn
Ik zie er veel te mager uit / en al hun bezoekjes heb ik niet beantwoord.
Neen! natuurlijk kunnen wij geen vrienden zijn,
niet zolang ik nog geobsedeerd ben
Ik geloof dat ik altijd geweten heb hoe ik er voor stond:
op deze manier eindigt ons verhaal.
Een kop koffie kwam er aan te pas
om te bewijzen dat jij niet van mij houdt.