Zij is een rots.
Als ik de woorden kon vinden
om over mijn vrouw te praten,
dan zou ik ze zeker uitschreeuwen.
Maar elke keer als ik de inspiratie voel komen,
is het te veel om over te praten.
Want ze laat me lachen
en ze kalmeert me.
Ze stuurt me zijwaarts.
Ze is bij me, waar ik ook heen ga.
Als ik terug op school ben
dan is ze zeker mijn favoriete lerares.
Er is voor mij nog zo veel te leren.
Zij is een rots.
Op de een of andere manier weet ze altijd
precies wat er nodig is,
als ik steeds maar rondjes heb gelopen.
En als ze me dan nog wil,
dan weet ik dat ik geslaagd ben.
Dan kan ik terug naar de stad.
Zij is een rots
Ze is loyaal,
zoals het koninklijk huis.
Ze heeft symmetrie.
Anonimiteit.
Ze is knap.
Ze heeft alle boeken.
Ze heeft tanden die bij elkaar passen.