Drie jonge jongens,
Gaande naar de oorlog,
Gaande naar de oorlog,
Gelijk betreurende
Gelijk betreurende
Dat ze hun geliefden achterlieten.
De jongste van de drie
Miste de zijne erg,
Miste de zijne erg,
En hij heeft gelijk:
Het is het jongste meisje
Van alle echtgenotes.
De goede soldaat gaat heen,
Om zijn gezagvoerder te vinden:
"Goedendag, mijn kapitein.
Geeft u mij mijn verlof
Om naar Céline te gaan
Die niets doet dan huilen..."
Zijn gezagvoerder antwoordt
Als een oorlogsman
"Je fraaie paspoort
Ga, ga naar je meisje
Je zult eerst terugkeren."
Vervolgens gaat de vrijer heen
Naar het huis van zijn vader.
"Goedendag mijn vader, mijn moeder.
Goedendag mijn lieve ouders,
Niet te vergeten Céline
Degene die mijn hart zo begeert."
Zijn vader antwoordt hem:
"Maar je Céline is dood
Maar je Céline is dood,
Is dood bij het aanroepen van jou.
Haar lichaam is in de aarde,
Haar ziel in het paradijs."
Vervolgens gaat de vrijer heen
Om te huilen op haar graf:
"Céline, mijn Céline,
Spreek, spreek, spreek tegen mij !
Mijn hart is diep bedroefd
Omdat ik jou niet meer zal zien..."
Céline antwoordt hem:
"Mijn mond is gevuld met aarde
Mijn mond is gevuld met aarde...
De jouwe is gevuld met liefde !
Ik behoud mijn hoop
Opdat ik jou ooit weer zien zal..."
De goede soldaat gaat heen
Om zijn gezagsvoerder te vinden
"Goedendag, mijn kapitein !
Hierbij mijn terugkomst
Nu dat Céline dood is,
Zal ik altijd dienen..."