Als ik de wimpers donker maak
En de ogen meer helder
En de lippen meer vuurrood,
Of vragen of alles in orde is
Van spiegel na spiegel,
Geen ijdelheid wordt weergegeven:
Ik ben op zoek naar het gezicht dat ik had
Voordat de wereld werd gemaakt.
Wat als ik naar een man kijk
Alsof op mijn geliefden,
En mijn bloed zal een tijdje koud zijn
En mijn hart onbewogen?
Waarom zou hij me wreed vinden
Of dat hij verraden is?
Ik zou willen dat hij dol is op wat ik was
Voordat de wereld werd gemaakt