Een dichter veinst wat hij vindt
Door de fantasie die hij met zich torst
Wordt zelfs de pijn die hij verzint
Voelbaar in zijn eigen borst
En hij die leest wat de dichter heeft geschreven,
Ondervindt zelf doorgaans behoorlijk goed,
Niet de beide die de dichter moet beleven
Maar alleen de pijn die hij niet lijden moet
En zo draaien de wielen
En zo zijn wij tot vermaak gedoemd
Op deze oude speelgoedtrein
Die het hart wordt genoemd.