Je zei dat je thuisbleef
Alleen met de griep
Door vrienden kwam ik erachter
Dat dat niet waar was
Je gaat 's avonds opnieuw uit, met je hoofdtelefoon op
En je loopt door Manhattans dodenvallei
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand
Maar ik wil niemand anders
Ik wil niemand anders
Je zei dat ik dichtbij was,
als wie dan ook,
om langer dan een maand
onder water te leven
Je zei dat het nacht was in m'n hart, dat was ook zo
Dat een kind eronderuit kon gaan, en dat gebeurde ook
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand
Maar ik wil niemand anders
Ik wil niemand anders
Ik wil niemand anders
Ik wil niemand anders
Er was een gat in 't midden waar de bliksem doorheen sloeg
Ik zei m'n vrienden niet bezorgd te zijn
Ik had een gat in 't midden [incomprehensible in context]
Ik zei m'n vrienden niet bezorgd te zijn
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand
Ik wou jouw geest niet zijn
Ik wou niet de geest zijn van een willekeurig iemand