Zeg, als iemand ooit naar mij vraagt op een dag,
dat ik leefde opdat ik jou aanbad
Ik bestond slechts alleen voor ik jou zag,
vermoeid terwijl ik niets te bieden had
(Refrein 2x )
Mijn lief, verhoor toch mijn gebeden
waarin, als in ’t verleden, jij mij terug laat zijn bij jou
Wetend dat je alleen niet kunt beminnen,
en, zonder tijd te willen winnen, Jij dat weer kunnen zou
Maar als jij jouw hart nog niet geven kan
Omdat de passie ontbreekt of bang voor de pijn
Dan zal mijn hart, zonder ook maar een plan,
Voldoende ruim voor ons beiden toch zijn