Over een poosje,
als ik me nog niet minder verbitterd voel,
beloof ik mezelf om mezelf te trakteren
op een bezoek aan een dichtbijzijnde toren.
En als ik naar de top geklommen ben,
zal ik mezelf eraf gooien.
In een poging om duidelijk te maken aan wie dan ook,
hoe het is om kapot te zijn,
als je in de steek gelaten bent.
Bij een kerk waar de mensen zeggen:
Mijn god, dat is erg, ze heeft hem laten zitten.
Het heeft geen zin dat we blijven.
We kunnen net zo goed naar huis gaan.
Zoals ik dat zelf ook deed.
Natuurlijk weer alleen.
En dan te bedenken dat ik me gisteren nog
opgewekt, helder en vrolijk voelde.
Uitziend, wel, wie zou dat niet doen,
naar de rol die ik zou spelen.
Maar, alsof ik neergeslagen moest worden,
sloeg de werkelijkheid toe.
En zonder ook maar een simpele aanraking,
sneed het me in stukjes
en liet me vertwijfeld achter.
Tot zover god in al zijn genade,
die, als hij echt bestaat,
waarom heeft hij mij dan verlaten?
En in mijn uur van nood,
ben ik echt, inderdaad,
Natuurlijk weer alleen.
Het lijkt me dat er meer harten
gebroken worden in de wereld, die niet gelijmd kunnen worden.
Onbeheerd achtergelaten.
Wat moeten we doen?
Wat moeten we doen?
Natuurlijk weer alleen.
Nu, terugkijkend over de jaren
en wat er nog meer tevoorschijn komt,
herinner ik me dat ik huilde toen mijn vader stierf.
Ik wilde mijn tranen nooit verbergen.
En toen ze vijfenzestig jaar oud was
kon mijn moeder, God hebbe haar ziel,
niet begrijpen waarom de enige man
waar ze ooit van gehouden had, weggenomen was.
Haar achterlatend om verder te leven
met een hart dat zo zwaar gebroken was.
Ondanks aanmoediging van mij
werden er geen woorden meer aan gewijd
En toen zij stierf
huilde en huilde ik de hele dag
Natuurlijk weer alleen
Natuurlijk weer alleen