Alfonsina en de zee
Langs het zachte zand gelikt door de zee
keert haar kleine spoor niet terug,
alleen een klein pad van pijn en stilte
reikte tot de diepe wateren
alleen een klein pad van stomme smart
reikte tot het schuim.
God weet welke jouw angsten waren
welke oude pijnen je deden verstommen
om je in slaap te laten wiegen
in de zang van de zeeschelpen.
Het lied dat weerklinkt
uit de donkere diepte van de zee
De kinkhoorn.
Met jouw eenzaamheid, Alfonsina, ga je weg
Welke nieuwe gedichten ben je
gaan zoeken?
Een oude stem van wind en zout
vleit en draagt jouw ziel
en je gaat ver heen
als in dromen slapend,
Alfonsina, met zee bekleed…
Vijf waternimfjes brengen je
langs wier- en koraalpaden
en fosforescerende zeepaardjes
zullen voor jou snel
een rondedans maken
En de waterwezens zullen
met je spelen.
Zet de lamp een wat lager
laat me in minnevrede slapen
en als hij belt zeg hem niet dat ik er ben
zeg hem dat Alfonsina niet terugkomt
en als hij belt zeg hem nooit
dat ik er ben
Zeg dat ik weg ben.
Je gaat weg Alfinsina met je eenzaamheid
welke nieuwe gedichten
ben je gaan zoeken?
Een oude stem van wind en zout
vleit en draagt jouw ziel
en je gaat ver heen
als in dromen slapend
Alfonsina, met zee bekleed…