Zij kwamen de hellingen afgereden
Vijf onverschrokken mannen tot strijd bereid
In angst hoorden wij het gerommel der aarde
In het licht van de middag
Verrast zagen wij, allen door angst bevangen,
De dappere Noormannen wegvluchten
Het onvervaarde vijftal rijdt met macht
Ten aanval in de middagzon
Hun uitval was snel, er klonk geen alarm
Zij doorbraken onze linies
Ik voelde de houw, het wierp me op de grond
En ik voel nu dat de tijd gekomen is
Ik lig hier in mijn bloed
En zie hoe mijn naasten worden gedood
Ik voel me door mijn god verlaten
Ik vrees de kilte des doods
Ik zie de poorten der hel
Hoog uittorenen
En duister zijn zij
Ik wil niet sterven
O neen! Ik had het mis
Ik verloochende de ware goden
En nu ben ik verdoemd
Ik vertrouwde vreemde mannen
En hun godeszoon
En nu ik ze nodig heb
Zijn zij verdwenen
Ik zie de poorten der hel
Hoog uittorenen
En duister zijn zij
Ik sterf
Zij rijden over de vlakten
En straffen hen van 't verkeerde geloof
Iedere weerstand is vergeefs
wanneer zij door koud staal worden verrast
Zij leggen de straf op
En nooit zullen zij zwichten
Zij zijn de macht, alle vijf
Uit Asgard worden zij gezonden
De macht die zij uitoefenen bij al hun daden
Zal geen van de Christenen ondergaan
Niemand kan aan ze ontsnappen, neen
Zij zullen hen laten knielen
Hun strijd is gedaan, zij moeten terugkeren
Hier heeft niemand het overleefd
En terwijl de bloedrode lucht begint te branden
Zullen zij naar het walhalla terugrijden