Hij was een hoogst eigenaardige man
Dat zei Mevr. Riordan en zij kon 't weten
Zij woonde boven hem
Zij zei dat hij een hoogst eigenaardige man was
Hij was een hoogst eigenaardige man
Hij woonde alleen in een huis
In een kamer, in z'n eentje
een hoogst eigenaardige man
Hij had geen vrienden, hij sprak zelden
En op z'n beurt sprak niemand hem
Omdat hij niet vriendelijk was en 't kon 'm niet schelen
En hij was niet zoals de anderen
O neen, hij was een hoogst eigenaardige man
Hij overleed verleden zaterdag
Hij draaide de gaskraan open en ging slapen
Met gesloten ramen zodat hij nooit zou opstaan
Voor zijn zwijgende wereld en zijn kamertje;
En Mevr. Riordan zei dat hij ergens een broer had
Die gauw verwittigd moest worden
En iedereen zei, "Wat erg dat 'ie dood is,
Maar was hij geen hoogst eigenaardige man?"