[1]
De lucht begint dunner aan te voelen
Als ik de wagen start en ik begin
De mijlen achter me te vermeerderen
Ik voel nauwelijks een glimlach diep binnenin
[2]
Ik werd jaloers op de koplampen richting zuid
Ik wil de deur openbreken, ik wil eruit
Maar ik herinner toen jij mijn wagen vastnam
je kroop achterin en pakte je hart in
zodat ik het mee kon nemen
[refrein]
Ik begin te snappen waarom God stierf
[3]
De demoon wachtte op de veranda
het was nogal donker, hij knutselde een toorts
En toen mijn wagen uit het zicht was
kroop hij in haar kamer en verbleef er die nacht
(Verder boven mijn niveau / further text above translator's level)