Het is niets,
Je weet het wel
De tijd verstrijkt
Het is niets.
Je weet wel
Ze varen weg als boten
En plotseling
Komt het terug
Voor een boot die wegvaart
En terugkomt
Zijn er duizend notendoppen
op jouw weg
die zinken en dat is prima.
En het is als een tortelduif
en die zich verwijdert met een vleugelslag
het dons met zich meedragend
Dat jouw bed was
Op een mooie morgen
En het is niet meer dan een nieuwe bloem
Die verdwijnt in de hagel
Als een klein, breekbaar vlot
Op de oceaan.
Het is niets
Je weet het wel
De tijd verstrijkt
Het is niets.
Jij weet wel
Ze gaan weg zoals boten
En plotseling
kondigt het zich aan
Als een boot die terugkomt.
En plotseling
Zijn er duizend vrolijke sirenes
Op jouw weg
Die klinken en dat is prima
En het is niet anders dan een tortelduif
Die terugkomt met een vleugelslag
het dons terugbrengend
Dat jouw bed was
Op een mooie morgen.
En het is niet meer dan een nieuwe bloem
Die verdwijnt in de hagel
Als een klein, breekbaar vlot
Op de oceaan.
Het kondigt zich aan
als een boot die terugkomt
en plotseling
zijn er duizend vrolijke sirenes.
Op je weg
die klinken en dat is prima
Het is niet meer dan een duif
Die met een vleugelslag terugkomt
Het dons terugbrengend
Dat haar nest was
Op een mooie morgen
En het is niet meer dan een nieuwe bloem
Die verdwijnt in de hagel
Als een klein, breekbaar vlot
Op de oceaan.