O vrienden, niet deze klanken!
Maar laat ons aangenamere
aanheffen en vreugdevollere.
Vreugde! Vreugde!
Vreugde, schone godenvonk,
dochter uit Elysium!
Wij betreden passievurig,
hemelse, uw heiligdom!
Uw magie verbindt weer samen
wat gewoonte streng verdeelt,
Alle mensen worden broeders
waar uw zachte vleugel welft.
Wie de grote sprong gemaakt heeft
van een vriend de vriend te zijn,
Wie een lieve vrouw bemind heeft,
laat zijn jubel horen!
Ja, wie op deez' aarde één ziel
zich de zijne noemen mag!
En wie 't nooit kon, die sluipe
wenend weg uit dit verbond.
Vreugde drinken alle wezens
aan de borsten der natuur,
Alle goeden, alle slechten
volgen in haar rozenspoor.
Kussen gaf zij ons en wijnen
en een vriend, trouw tot de dood.
Wellust werd de worm gegeven,
en de Cherub staat voor God.
Blij, zoals zijn zonnen zweven
door het hemels plan, zo mooi.
Loopt, gij broeders, volgt uw pad;
blijde als een held naar zege.
Wees omhelsd, u miljoenen!
Deze kus aan heel de wereld!
Broeders, boven 't firmament
moet een lieve vader wonen.
Neder valt u, miljoenen?
Speurt u wel de schepper, wereld?
Zoek hem boven 't firmament!
Boven de sterren moet hij wonen.
Wees omhelsd, u miljoenen!
Deze kus aan heel de wereld!
Broeders, boven 't firmament
moet een lieve vader wonen.
Wees omhelsd u,
Deze kus aan heel de wereld!
Vreugde, schone godenvonk,
dochter uit Elysium!
Vreugde, schone godenvonk, godenvonk.