Ik heb voor een lange “dame brune” een lied
in de maneschijn bedacht, enkele coupletten
Als ze het ooit op een dag hoort, zal ze beseffen dat het een liefdeslied is voor haar en mij
Ik ben de lange “dame brune” waar je op wacht
Ik ben de lange “dame brune” en ik hoor je
Zing nog een keer in de maneschijn, ik kom naar je toe
Je gitaar, orgel van geluk, wijst me de weg
Pierrot had me die ochtend zijn pen geleend
Op mijn gitaar van geluk werd ik geïnspireerd
Ik zag mezelf als een dichter terwijl ik de woorden schreef die in mijn hoofd opkwamen als de wind
Pierrot had je die nacht zijn pen geleend
Op je gitaar van geluk werd je geïnspireerd
En ik zag je aan voor een dichter Terwijl ik luisterde naar de woorden die in je hoofd opkwamen als de wind
In mijn gedachten heb ik de “dame brune” aangekleed
Met een stuk sluier van nevel en dauw
Ik heb haar bed opgemaakt tegen mijn huid opdat ze zich goed zou voelen, Beschut en lekker warm tegen mijn handen
Gekleed in een sluier van nevel en dauw
Ben ik de lange “dame brune” die jij in je gedachten hebt
Zing nog een keer in de maneschijn, ik kom naar je toe
Over de bergen en de duinen, hoor ik je stem
Voor een lange “dame brune” heb ik een lied van enkele coupletten In de maneschijn bedacht
Ik weet dat zij het op een dag zal horen, misschien wel morgen, zodat dit liefdeslied goed afloopt
Hallo, ik ben de “dame brune”, ik heb lang gelopen
Hallo ik ben de “dame brune”, ik heb je gevonden
Geef mij een plaatsje in je warme bed, ik zal me er goed voelen. Lekker warm en beschut tegen je aan liggend