De vastenavond die komt an
wij zingen: "Ho, man, ho!"
Geeft ons een pankoek uit de pan
en zo mijnheer, wel zo.
En nu het vastenavond is
nu zijn wel alle keeltjes fris!
Van dir don don, van dir don don
van dir don don don, dirdondeine,
het spelen gaat gewis!
Tsa, meisjes, zet de pan te vier:
slaat eiers in het meel.
En haalt een kruikje smokkelbier:
zo smeren wij de keel.
Terwijl gij nu dan uit de haard
de koekjes uit de pan vergaart.
Van dir don don, van dir don don
van dir don don don, dirdondeine,
wij spelen met de kaart!
Wat raad je, zal het klaver troef
of zal het schoppen zijn?
Neen, geen van bei: 't is harteboef
en 't asie da's voor mijn!
Wel hey, wel hey, wat zeg je nu?
Zeg, speel je mee of ben je schuw?
Van dir don don, van dir don don
van dir don don don, dirdondeine,
zie, daar is lanterlu!
Hier dient ook wel een glaasje bij:
ik drinke deze dronk
op mijn gebuurkens aan weerszij
sa, vrienden, wij zijn jonk!
Kom, kus je meisje dat het raakt
terwijl de wijn ons allen smaakt!
Van dir don don, van dir don don
van dir don don don, dirdondeine,
de vastenavond vrolijk maakt!