(Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.)
Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.
Tegenwoordig zeg ik: "Er was eens",
Sprookje vol angst en kwelling.
Elfen, prinsen en goede feeën
Waren niet voor ons bestemd.
"Houd me vast!" heb je vaak gezegd.
"Hoe?" heb ik je toen gevraagd.
Liefde heeft het volledig laten afweten
In Amsterdam.
Kom, wij gaan naar Amsterdam.
Ik weet, dat ons niet kan gebeuren.
Jij en ik, wij hebben het toch onder controle,
Daarbij blijven wij als langste op het zinkende schip.
"Blijf toch!" heb ik nog gezegd.
"Hoe?" heb ik je toen gevraagd.
Liefde heeft het volledig laten afweten
In Amsterdam.
Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.
Regenbogengoud
Wilde wij graag.
Rode rozen moeten uit de hemel vallen
En nooit verwelken.
Kom wij gaan naar Amsterdam.
Het was duidelijk, dat ik je niet kan vasthouden.
Liefde heeft voor de sterken gekozen
Verloren, als men het aan de zwakkeren vertelt.
"Blijf toch!" heb ik nog gezegd.
"Hoe?" heb ik je toen gevraagd.
Liefde heeft het volledig laten afweten
In Amsterdam.
Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.
Regenbogengoud
Wilde wij graag.
Rode rozen moeten uit de hemel vallen
En nooit verwelken.
Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.
Regenbogengoud
Wilde wij graag.
Rode rozen moeten uit de hemel vallen
En nooit verwelken.
Droom van Amsterdam,
Daar nam de hoop af,
Alleen in een onbekende stad,
Alleen in Amsterdam.
Amsterdam