Gebroken ramen en lege vestibules,
Een bleke dode maan aan het zwerk met grijze vegen.
Menselijke goedheid ten overvloede,
En we houwen 't niet droog vandaag.
Vogelverschrikkers opgedoft naar laatste inzichten,
Met verstarde glimlachjes om liefde te verdrijven.
Menselijke goedheid ten overvloede,
En we houwen 't niet droog vandaag.
Eenzaam, eenzaam.
Conservenblikje aan m'n voeten,
Ik denk dat ik het de straat afschop,
Zo bejegen je een vriend.
Duidelijk voor mij verzoeken de uithangborden dringend
Om de behoeftigen de weg te wijzen.
Menselijke goedheid ten overvloede,
En we houwen 't niet droog vandaag.